Gemeenten onderschatten nog steeds de positieve invloed van openbaar groen op de leefomgeving. Aanleg en onderhoud van kwaliteitsgroen betaalt zichzelf dik terug in hogere huizenprijzen, lagere gezondheidskosten, minder vandalisme en afnemende (hitte)stress. Dat stelt directeur Peter van Rooy van Accanto, strategisch adviesbureau voor maatwerk op het gebied van water, ruimte en milieu.
Van Rooy ondersteunt hiermee het pleidooi van de Partij voor de Dieren om steden meer te vergroenen. Volgens de PvdD voldoen veel steden niet aan de VN-norm van 48 vierkante openbaar groen per inwoner. Dit wordt door de Verenigde Naties als het minimum gezien om mensen gezond en in welzijn te laten leven. Volgens Van Rooy voldoet Nederland echter wel aan deze maatstaf: ‘Door onze typische landschapsopbouw ligt er relatief veel groen direct rond de grote steden. Daardoor hebben de meeste Nederlanders binnen een kilometer die 48 meter wel beschikbaar.’
Gemeente profiteert niet rechtstreeks
Maar dat betekent niet dat de gemiddelde stedeling dat ook als voldoende ervaart. Gemeenten zouden zich veel meer kunnen en moeten inspannen om kwaliteitsgroen ook de stad in te brengen. Het welzijn neemt hierdoor enorm toe, zo blijkt keer op keer uit onderzoek, aldus van Rooy. Probleem is alleen dat dit geld merendeels niet bij gemeenten terechtkomt. “Mensen leven gezonder, waardoor de ziektekosten dalen. Daar profiteert de staatskas van, de gemeente niet. Maar zij maken wel de kosten.”
Gemeente profiteert wel indirect
Wel kan de gemeente profiteren van de huizenprijs die omhoog gaat als er groen in de buurt is. Ook neemt het fijnstof af, waardoor het makkelijker wordt nieuwe bouwplannen te realiseren. “En vergeet ook niet wat het oplevert dat er minder wordt vernield in een straat met kwaliteitsgroen.”
bron: Binnenlands Bestuur, 21/08/12
Copyright ©2012 AgriHolland B.V.