Dirkje Kuik
‘Je kon het het ‘landschap in de verte’ noemen, al lag het eigenlijk naast de deur. Het begon vlak achter de singel even buiten de stad, wanneer je de kade van de Kromme Rijnstraat volgde kwam je er vanzelf terecht. Een riviertje was het dat door deze kade begeleid werd, het ging om een oude tak van de Rijn. Heel lang geleden liep het naar zee, door wat nu de provincie Utrecht heet, via het Hollandse naar Katwijk. Haar vader had het verteld, liet het op een kaart zien. ‘Daar zit goud in de grond’, zei hij, ‘dat moet, het is aangevoerd door de rivier en het steekt in het zand van de dode riviermond, een verborgen schat. Ik weet het zeker, ik heb zelfs gedroomd over de plaats waar het ongeveer ligt.’ Ze geloofde hem.
Uit: Klein Arkadiƫ